Zeer decoratief, opvallend en buitengewoon makkelijk in de verzorging, er is veel te zeggen voor vetplanten als Echeveria, Crassula, Kalanchoe, Aeonium, Aloe, Haworthia en Rhipsalis.
Het zijn allemaal succulenten, wat wil zeggen dat ze het vermogen hebben om vocht op te slaan in hun wortels, stengels en dikke bladeren. Hiermee kunnen ze drogere periodes, zoals bijvoorbeeld een vakantie, moeiteloos doorstaan. Vette planten zijn extra in trek omdat ze door hun aparte, soms grillige vormen uitstekend passen in de aanhoudende trend om botanicals een sfeerbepalende rol te geven in interieurs.
Herkomst
De meeste vette planten komen uit de tropen en subtropen en zijn ooit ontstaan in droge gebieden, zoals steppen, bergachtige streken en halfwoestijnen in Afrika en Zuid- en Midden-Amerika. Het zijn taaie planten die in de natuur ook in een warm, schraal zeeklimaat kunnen overleven.
Het assortiment vette planten bestaat vooral uit decoratieve bladplanten, al zitten er ook bloeiende exemplaren tussen, zoals Kalanchoe. De planten vallen vooral op door hun unieke vormen: Haworthia en Aloë hebben een hoog oergehalte, Echeveria is een feestje in sierlijke rozetten, Rhipsalis lijkt op koraal, Sansevieria is trots en onverwoestbaar, Crassula is een gestileerd miniboompje. Ze combineren onderling geweldig en worden zowel gemend als op naam aangeboden.
Verzorgingstips
- Vette planten staan graag warm en licht.
- Het beste is een vette plant in één keer een flinke hoeveelheid water te geven en hem dan een paar weken te laten indrogen.
- Rustig aan met plantenvoeding, eens in de maand een klein beetje volstaat.
- In de zomermaanden kunnen vette planten ook worden ingezet op de tuintafel.